Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
Transport via de weg in de nieuwe westerse wereld van Culemborg.
Voor de volgende onderwerpen ga naar:
algemeen;
het wegtransport alhier in Culemborg;
Algemeen:
Het Keizerlijk Decreet van 1811 bepaalde dat alle wegen van Napoleons keizerrijk in drie klassen werden verdeeld,
met een bijbehorende organisatie van toezicht en beheer.Dit stelsel bracht de haast oneindige individualiteit van de Europese wegen tot drie hoofdkenmerken terug, tot drie types:
de rijkswegen, de departementale wegen en de lokale wegen.
Na de val van Napoleon werd deze verdeling in 1814 gehandhaafd.
In 1850 waren vrijwel alle wegen die als rijksweg geclassificeerd ware, verbeterd en verhard.
Circa 1200 kilometer bestond uit straat- of steenweg. De rest, de rijkswegen van de tweede klasse, had een wegdek van grind of gebroken puin.
Samen vormden ze het primaire netwerk van landwegen. (bron: Een nieuwe wereld (Auke van der Woud))
Ook Culemborg had hiermee te maken.
Het wegtransport alhier in Culemborg:
Van de weinige overige wegen die er in het begin van de achttiende eeuw lagen, waren slechts enkele van een zandlaag voorzien, en hierdoor redelijk begaanbaar.het onderwerp "Paden, wegen en lanen" behorende bij het onderdeel "fuctionele vormgeving - divers".
Zo rond de jaren 1760 begon men ze te bezanden.
Een eerste belangrijke wijziging alhier was het begrinden van de weg vanuit Tiel over Buren aan het einde van de 18e eeuw. Hierdoor werd het mogelijk om vanuit Nijmegen via Culemborg en Utrecht naar Amsterdam te reizen.
In het midden van de 19e eeuw volgde de bestrating van de Rijksstraatweg (een verkeersader met een belangrijke interlokale functie en een respectabele ouderdom). en werd de weg naar Beesd begrind.
Beesd ligt aan de Culemborgse kant van de Linge en de weg er naar toe volgde tot aan de Bisschopsgraaf grotendeels de transportroute via de Meer. Daarna kwamen er tot aan Beesd diverse zee(g)dijken, welke ook tijdens het onderlopen van het laag gelegen waterrijke land zo lang mogelijk begaanbaar moesten blijven.
Rivieren waren voor het wegtransport een te nemen obstakel, maar bepaalde via de bedijkingen en trekpaden van oudsher wel deels de route.
Waterstaatswerken zoals rivierdijken, polder- en boezemkaden, en jaagpaden langs de waterwegen waren meestal niet als weg bedoeld, maar werden vooral door voetgangers en ruiters wel als zodanig gebruikt.Het veerbedrijf Mason verzorgt thans, al vanaf 1750, aan het eind van de Veerweg de overtocht over de Lek m.b.v. een gierpont welke is verankerd via een ankerschuit aan de rivierbodem.
Door de toename van het wegtransport en de daardoor benodigde (grind)verharding van de wegen waren voor het
beslaan van de paarden en het versterken van de karrewielen i.v.m. deze verharding smeden en hun smederijen nodig, waaronder:
Smederij Den Eijkel in de Zandstraat 23,
Hoef-landbouw-kachelsmederij A.L.v Rijn en zoon in de Goilberdingenstraat 2 en Rijtuigen makerij de Engelse Ruyter oin de Prijssestraat 5.
En daarna kwam met de komst van de explosiemotor, aanvankelijk eerst als statusobject van gefortuneerden, het gemotoriseerde verkeer en de
daarbij behorende verdere verharding van de hoofdwegen m.b.v. straatklinkers met als neveneffect de aanpassingen en daarbij behorende uitbreidingen van de landelijke steenfabrieken, waaronder de Culemborgse veldoven
bij de spoorbrug welke in 1919 werd vervangen door een vlamoven.
het subonderwerp "De steenfabricage" van het onderwerp "Steenfabricage en stoomhoutzagerijen in Culemborg" behorende bij dit onderdeel.
Doch tanken aan een pomp werd hier pas mogelijk rond 1940 toen de eerste benzinepomp van de stad in de Zandstraat kwam.
Vanaf 1870 explodeerde de vraag naar openbaar personen vervoer.
Beurtvaart per boot en transport per koets waren toen bijna al verleden tijd en na de trein kwam de tram, zoals de stoomtramlijn Tiel - Culemborg.
De tramlijn werd in 1906 met veel feestelijkheden geopend maar na ruim elf jaar alweer gesloten.
Busondernemingen namen dit soort wegvervoer over: > maar de fiets, een innovatieve technologie,
die de midden- en werkende klasse zich wereldwijd toe-eigende werd algemener gebruikt.
Voor het eerst in de geschiedenis was het volk mobiel en kon gaan en staan waar naar ze wilden.